Een
nieuwe ontwikkeling op het vakgebied waarin ik zelf deskundig ben betreft deze
nieuwe ontwikkeling.
Veranderingen AWBZ.
De
zorg moet toegankelijk, goed en betaalbaar blijven. Dit geldt ook voor de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Daarom voert het kabinet
hervormingen door. De volgende veranderingen in de AWBZ worden (mogelijk)
doorgevoerd.
Veranderingen
persoonsgebonden budget.
In 2013 komt er extra geld voor het persoonsgebonden budget (PGB) vanuit de AWBZ beschikbaar. Hierdoor kan iedereen met een AWBZ-indicatie voor persoonlijke verzorging en/of verpleging in 2013 weer voor een persoonsgebonden budget in aanmerking komen. Mensen met een AWBZ-indicatie voor begeleiding kunnen alleen bij een indicatie van 10 uur of meer per week een PGB krijgen.
In 2013 komt er extra geld voor het persoonsgebonden budget (PGB) vanuit de AWBZ beschikbaar. Hierdoor kan iedereen met een AWBZ-indicatie voor persoonlijke verzorging en/of verpleging in 2013 weer voor een persoonsgebonden budget in aanmerking komen. Mensen met een AWBZ-indicatie voor begeleiding kunnen alleen bij een indicatie van 10 uur of meer per week een PGB krijgen.
Betaling
wonen en zorg scheiden.
Het kabinet wil in de AWBZ 'scheiden van wonen en zorg' invoeren. Dit
houdt in dat cliënten zelf de betaling van hun woonlasten (huur) regelen. De
overgang naar scheiden van wonen en zorg wordt gefaseerd ingevoerd.
Scheiden van wonen en zorg heeft voordelen voor
bewoners en zorginstellingen:
-
Bewoners krijgen meer keuzevrijheid. Zij kunnen kiezen
tussen kleiner wonen (en minder woonlasten) of groter wonen (met hogere
lasten).
-
Zorginstellingen kunnen meer rekening houden met de woonwensen
van cliënten.
Begin
scheiden wonen en zorg in 2013.
In 2013 wordt een begin gemaakt met het scheiden van wonen en zorg. Nieuwe cliënten die in 2012 nog in aanmerking zouden komen voor een licht zorgzwaartepakket (ZZP 1-2) en een indicatie voor zorg in een instelling (intramuraal), krijgen in 2013 een indicatie voor zorg thuis (extramuraal). Op deze manier kunnen zij langer in hun eigen woonomgeving hulp krijgen. Bestaande cliënten die op 1 januari 2013 een indicatie hebben voor zorg met verblijf, behouden hun recht op zorg in een instelling.
In 2013 wordt een begin gemaakt met het scheiden van wonen en zorg. Nieuwe cliënten die in 2012 nog in aanmerking zouden komen voor een licht zorgzwaartepakket (ZZP 1-2) en een indicatie voor zorg in een instelling (intramuraal), krijgen in 2013 een indicatie voor zorg thuis (extramuraal). Op deze manier kunnen zij langer in hun eigen woonomgeving hulp krijgen. Bestaande cliënten die op 1 januari 2013 een indicatie hebben voor zorg met verblijf, behouden hun recht op zorg in een instelling.
Uitleen
hulpmiddelen alleen nog via zorgverzekering en gemeente.
De uitleen van hulpmiddelen verdwijnt per 1 januari 2013 uit de AWBZ. Hulpmiddelen zijn dan alleen nog ondergebracht in de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Bovendien vallen per 1 januari 2013 de eenvoudige loophulpmiddelen (zoals rollator, looprek, kruk en wandelstok) niet meer onder aanspraak van de Zvw, de AWBZ en de Wmo.
De uitleen van hulpmiddelen verdwijnt per 1 januari 2013 uit de AWBZ. Hulpmiddelen zijn dan alleen nog ondergebracht in de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Bovendien vallen per 1 januari 2013 de eenvoudige loophulpmiddelen (zoals rollator, looprek, kruk en wandelstok) niet meer onder aanspraak van de Zvw, de AWBZ en de Wmo.
Hogere
eigen bijdrage AWBZ voor mensen met vermogen.
Het kabinet wil de eigen bijdrage voor de vanaf 2013 AWBZ verhogen voor mensen met een eigen vermogen (vermogensinkomensbijtelling). Bij het inkomen wordt 12% van het box 3 vermogen opgeteld. Hierover wordt de eigen bijdrage berekend. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft hiervoor een wetsvoorstel ingediend. Als de Tweede en Eerste Kamer met deze wet akkoord gaan, geldt de regeling vanaf 1 januari 2013.
Het kabinet wil de eigen bijdrage voor de vanaf 2013 AWBZ verhogen voor mensen met een eigen vermogen (vermogensinkomensbijtelling). Bij het inkomen wordt 12% van het box 3 vermogen opgeteld. Hierover wordt de eigen bijdrage berekend. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft hiervoor een wetsvoorstel ingediend. Als de Tweede en Eerste Kamer met deze wet akkoord gaan, geldt de regeling vanaf 1 januari 2013.
Landelijke
invoering intramurale AWBZ.
De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt omgevormd tot
een nieuwe landelijke voorziening waarin de intramurale ouderen- en
gehandicaptenzorg (vanaf ZZP 5) landelijk wordt georganiseerd met een budgetgrens
middels de contracteerruimte. De
voorziening krijgt daarbij een centraal beleidskader, zowel zorg
in natura als PGB’s maken deel uit van de voorziening. Zowel inkoop als
indicatiestelling komt hier terecht. De
inkrimping van de AWBZ wordt gerealiseerd door overheveling van taken van de
huidige AWBZ naar de Zvw en de gemeentelijke Wmo.
Overheveling ondersteuning,
begeleiding en verzorging naar Wmo.
Gemeenten worden geheel verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging. De dienstverlening wordt meer gericht op waar ze het hardste nodig is en gaat vallen onder de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO).
Gemeenten worden geheel verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging. De dienstverlening wordt meer gericht op waar ze het hardste nodig is en gaat vallen onder de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO).
Overheveling extramurale
verpleging naar Zvw.
De AWBZ functie extramurale verpleging wordt per 2015 overgeheveld naar de Zvw. In 2017 zijn zorgverzekeraars hiervoor volledig risicodragend.
De AWBZ functie extramurale verpleging wordt per 2015 overgeheveld naar de Zvw. In 2017 zijn zorgverzekeraars hiervoor volledig risicodragend.
Overheveling langdurige GGZ naar
de Zvw.
De huidige intramurale GGZ in de AWBZ wordt per 2015 overgeheveld naar de Zvw, waarbij over het onderdeel maatschappelijke opvang (Zvw of gemeenten) nog een nader besluit wordt genomen. In 2017 worden zorgverzekeraars hiervoor volledig risicodragend.
De huidige intramurale GGZ in de AWBZ wordt per 2015 overgeheveld naar de Zvw, waarbij over het onderdeel maatschappelijke opvang (Zvw of gemeenten) nog een nader besluit wordt genomen. In 2017 worden zorgverzekeraars hiervoor volledig risicodragend.
Extramuraliseren ZZP 4.
Met deze maatregel wordt beoogd dat cliënten met een lichtere zorgvraag die voorheen in een intramurale setting zorg zouden ontvangen, voortaan de zorg in de eigen omgeving krijgen (scheiden wonen en zorg). Concreet wordt met deze maatregel de aanspraak voor ouderen (V&V) en verstandelijk gehandicapten op zorgzwaartepakket (ZZP) 4 geschrapt en ZZP’s met een vergelijkbare zorgzwaarte in de gehandicaptenzorg. De maatregel wordt ingevoerd voor nieuwe cliënten/her-indicaties vanaf 2016.
Met deze maatregel wordt beoogd dat cliënten met een lichtere zorgvraag die voorheen in een intramurale setting zorg zouden ontvangen, voortaan de zorg in de eigen omgeving krijgen (scheiden wonen en zorg). Concreet wordt met deze maatregel de aanspraak voor ouderen (V&V) en verstandelijk gehandicapten op zorgzwaartepakket (ZZP) 4 geschrapt en ZZP’s met een vergelijkbare zorgzwaarte in de gehandicaptenzorg. De maatregel wordt ingevoerd voor nieuwe cliënten/her-indicaties vanaf 2016.
Verhoging intramurale eigen
bijdrage AWBZ.
Met deze maatregel wordt de intramurale eigen bijdrage verhoogd tot de zak- en kleedgeldnorm. Bovendien wordt de huidige korting die cliënten ontvangen op de eigen bijdrage vanuit de WTCG(wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten) beperkt.
Met deze maatregel wordt de intramurale eigen bijdrage verhoogd tot de zak- en kleedgeldnorm. Bovendien wordt de huidige korting die cliënten ontvangen op de eigen bijdrage vanuit de WTCG(wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten) beperkt.
De uitleen van hulpmiddelen
verdwijnt uit de AWBZ.
De uitleen van
hulpmiddelen verdwijnt per 1 januari 2013 uit de AWBZ. Het doel is om het
aanvragen van hulpmiddelen te vereenvoudigen. De hulpmiddelen worden alleen
nog ondergebracht in de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet
maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Hieronder is de nieuwe herverdeling te zien:
ZVW Medische
hulpmiddelen, ter compensatie van één specifieke beperking
|
WMO Participatie hulpmiddelen m.b.t. zelfredzaamheid in en om de
woning
|
Hulpmiddelen onveranderd in Zvw:
·
Incontinentiemateriaal.
·
Stomamiddelen.
·
Gebitsprothesen.
·
steunzolen, aangepaste schoenen.
·
Orthesen.
·
Hoortoestellen.
·
Speciale brillen, beeldscherm loepen
etc.
·
Injectie spuit, glucosemeter,
teststrips.
·
Elastische kousen, aan- en
uitrekhulp.
·
Zuurstofapparaat.
·
hand-, voet-,oog-, gelaat-,
beenprothese.
·
Loopwagen.
·
Aangepaste computer, telefoon,
spraakapparatuur, daisy-speler.
·
Draagbare infuuspomp, injectiespuit.
·
Electrostimulator.
·
Blindentaststok.
·
Pruiken.
·
Blindengeleidehond, hulphond.
·
Meetapparatuur voor bloedstolling.
·
Verbandmiddelen.
·
Thuisdialyse-apparatuur.
·
Kruiphulpmiddel, kruipwagen.
|
Hulpmiddelen onveranderd in Wmo:
·
Aangepaste fiets, driewielfiets,
tandem.
·
(rolstoel) taxikostenvergoeding.
·
Collectief vervoer.
·
Scootmobiel.
·
Autokostenvergoeding.
·
Autoaanpassing.
·
Autokostenvergoeding.
·
Gesloten buitenwagen.
·
Bruikleenauto.
·
Aangepaste autostoel, autokinderzitje.
·
Badlift/badzitje.
·
Verhoogd toilet.
·
Toiletbeugels, wandbeugels.
·
Douche/ toiletstoel/ douchebrancard.
·
Tillift, tilvest.
·
Alarmering.
·
Traplift, rolstoellift.
·
Woningaanpassing. (aanbouw etc)
·
Woningsanering.
·
Handbewogen rolstoel.
·
Elektrische rolstoel.
·
Sportrolstoel/ kinderrolstoel.
·
Sta/zit rolstoel.
·
Anti-decubitiskussen.
|
Deel AWBZ hulpmiddelen naar ZVW:
·
Bedtafel
·
Kinderbed.
·
Hoog/laag bed.
·
Dekensteun, bedrugsteun, onrusthek.
·
Bedheffer/papegaai.
·
Bedverhogers, bedverlengers
·
Ondersteek.
·
Infuusstandaard.
·
Glij- of rollaken.
·
Anti-decubitusmatras.
|
Deel ZVW hulpmiddelen naar WMO:
·
Orthesen,zit-, lig- en sta-orthesen.
·
Trippelstoel.
·
Eetapparaat.
·
Alarmeringsapparatuur.
·
Aangepaste tafel.
·
Aangepaste stoel.
·
anti-decubituszitkussen.
·
HM ter compensatiearm-, hand- en
vingerfunctie (robotarm etc)
·
krukken, rollator, looprek.
|
Deel AWBZ hulpmiddelen naar de WMO:
·
Sta- en loopbeugel.
·
Duwwagen, rolstoel.
·
Anti-decubituskussens.
·
Drempelhulp en badplank.
·
Patiëntenlift.
·
Transferplank/glijplank draaischijf.
·
Losse toiletverhoger.
·
Losse toiletstoel.
krukken,
rollator, looprek, wandelstok.
|
Waarom
deze nieuwe verdeling hulpmiddelen?
Minister Schippers geeft aan in een Kamerbrief:
"Op dit moment bestaan er, vanuit het zorgperspectief, drie verschillende hulpmiddelenregelingen: AWBZ, Zvw en de Wmo. Mensen die op hulpmiddelen zijn aangewezen, hebben geregeld met deze drie regelingen en drie verschillende loketten te maken. Dit leidt vaak tot problemen. Meestal is niet duidelijk voor wélk hulpmiddel men bij wélk loket moet zijn en regelmatig moet iemand meerdere aanvraagtrajecten doorlopen waarbij steeds opnieuw een indicatie wordt gesteld.
Minister Schippers geeft aan in een Kamerbrief:
"Op dit moment bestaan er, vanuit het zorgperspectief, drie verschillende hulpmiddelenregelingen: AWBZ, Zvw en de Wmo. Mensen die op hulpmiddelen zijn aangewezen, hebben geregeld met deze drie regelingen en drie verschillende loketten te maken. Dit leidt vaak tot problemen. Meestal is niet duidelijk voor wélk hulpmiddel men bij wélk loket moet zijn en regelmatig moet iemand meerdere aanvraagtrajecten doorlopen waarbij steeds opnieuw een indicatie wordt gesteld.
Nu wordt bijvoorbeeld na zes
maanden een hoog/laag bed uit de AWBZ-regeling vervangen door eenzelfde soort
bed, maar dan uit de Zvw-regeling. Daardoor komt het voor dat iemand soms twee
bedden of géén bed in huis heeft. Een ander voorbeeld is dat na zes maanden
AWBZ bruikleen een cliënt hetzelfde soort hulpmiddel in het kader van de Wmo
opnieuw bij zijn gemeente moet aanvragen. Mensen ervaren dat als van „het
kastje naar de muur gestuurd‟ worden. Het opheffen van de AWBZ uitleenregeling
lost voor een belangrijk deel het probleem op „van het kastje naar de muur
gestuurd worden‟ of „steeds weer moeten bewijzen dat je gehandicapt bent‟. In
de nieuwe situatie zijn er nog maar twee loketten voor gelijksoortige
hulpmiddelen. Daarmee wordt veel voorkomend afschuifgedrag voorkomen. De
zorgverzekeraar levert bijvoorbeeld het hoog/laag bed voor zowel de kortdurende
als langdurige noodzaak; de gemeente levert een rolstoel voor kortdurend en
permanent gebruik. Een belangrijk voordeel is dat gemeenten via Wmo-loketten
die dicht bij de burger staan, de hulpvraag van de cliënt meer integraal kunnen
benaderen.
Cliënten met lichte
zorgvraag wonen langer thuis.
Cliënten met een lichte zorgvraag blijven per 1 januari 2013 langer thuis wonen. De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ingestemd met de uitwerking van het extramuraliseren (zorg thuis in plaats van binnen een instelling) van lichte zorgzwaartepakketten. De maatregel vloeit voort uit het Begrotingsakkoord 2013 en beoogt dat nieuwe cliënten met een licht zorgzwaartepakket met ingang van 1 januari 2013 de benodigde zorg in hun eigen huis zullen ontvangen
Cliënten met een lichte zorgvraag blijven per 1 januari 2013 langer thuis wonen. De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ingestemd met de uitwerking van het extramuraliseren (zorg thuis in plaats van binnen een instelling) van lichte zorgzwaartepakketten. De maatregel vloeit voort uit het Begrotingsakkoord 2013 en beoogt dat nieuwe cliënten met een licht zorgzwaartepakket met ingang van 1 januari 2013 de benodigde zorg in hun eigen huis zullen ontvangen
Dure
zorg vermijden.
Op deze manier blijven mensen langer thuis wonen, leidt de maatregel tot meer zorg in de omgeving en wordt dure zorg in een instelling waar mogelijk vermeden. Bijvoorbeeld ouderen met beginnende somatische beperkingen blijven met goede ondersteuning in hun eigen woning en verhuizen niet naar een instelling.
Op deze manier blijven mensen langer thuis wonen, leidt de maatregel tot meer zorg in de omgeving en wordt dure zorg in een instelling waar mogelijk vermeden. Bijvoorbeeld ouderen met beginnende somatische beperkingen blijven met goede ondersteuning in hun eigen woning en verhuizen niet naar een instelling.
In
nauw overleg met de sector.
Het extramuraliseren van lichte zorgzwaartepakketten wordt als volgt aangepakt. Voor de zorgzwaartepakketten VV 1 en VV 2 (sector verpleging en verzorging), GGZ 1 en GGZ 2 (geestelijke gezondheidszorg) en voor VG 1 en VG 2 (verstandelijk gehandicaptenzorg) gaat de maatregel per 1 januari 2013 in. Dit is op verzoek van de Tweede Kamer in nauw overleg met de sector besproken.
Het extramuraliseren van lichte zorgzwaartepakketten wordt als volgt aangepakt. Voor de zorgzwaartepakketten VV 1 en VV 2 (sector verpleging en verzorging), GGZ 1 en GGZ 2 (geestelijke gezondheidszorg) en voor VG 1 en VG 2 (verstandelijk gehandicaptenzorg) gaat de maatregel per 1 januari 2013 in. Dit is op verzoek van de Tweede Kamer in nauw overleg met de sector besproken.
Meer
tijd voor kwetsbaardere groepen.
Voor de uitwerking van de maatregel voor zorgzwaartepakketten VV 3, GGZ 3 en VG 3 en voor de invoering voor cliënten t/m 22 jaar wordt meer tijd genomen om met betrokken partijen tot een verantwoorde uitvoering te komen. Op deze manier houdt het kabinet rekening met zowel het brede draagvlak voor de maatregel als met de kwetsbaarheid van bepaalde groepen.'Het scheiden van wonen en zorg is een belangrijke stap in het bewaren van goede en betaalbare zorg waar dat het hardste nodig is', aldus staatssecretaris Van Zanten.
Voor de uitwerking van de maatregel voor zorgzwaartepakketten VV 3, GGZ 3 en VG 3 en voor de invoering voor cliënten t/m 22 jaar wordt meer tijd genomen om met betrokken partijen tot een verantwoorde uitvoering te komen. Op deze manier houdt het kabinet rekening met zowel het brede draagvlak voor de maatregel als met de kwetsbaarheid van bepaalde groepen.'Het scheiden van wonen en zorg is een belangrijke stap in het bewaren van goede en betaalbare zorg waar dat het hardste nodig is', aldus staatssecretaris Van Zanten.
Veranderingen
Wmo.
De regels voor hulp uit de Wmo gaan veranderen. Gemeenten worden met ingang van 2015 geheel verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging. De dienstverlening wordt meer gericht op waar ze het hardste nodig is en gaat vallen onder de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO).
De regels voor hulp uit de Wmo gaan veranderen. Gemeenten worden met ingang van 2015 geheel verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging. De dienstverlening wordt meer gericht op waar ze het hardste nodig is en gaat vallen onder de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO).
Begeleiding en Persoonlijke
verzorging.
In 2014 wordt de aanspraak voor de functie begeleiding in de AWBZ beperkt door de aanspraak op dagbesteding te laten vervallen. Voor de functie persoonlijke verzorging vervalt in 2014 het recht op zorg bij een indicatie korter dan 6 mnd. en wordt de norm voor gebruikelijke zorg van 60 naar 90 minuten per week verhoogd. Vanaf 2015 wordt de extramurale zorg overgeheveld naar het gemeentelijk domein.
In 2014 wordt de aanspraak voor de functie begeleiding in de AWBZ beperkt door de aanspraak op dagbesteding te laten vervallen. Voor de functie persoonlijke verzorging vervalt in 2014 het recht op zorg bij een indicatie korter dan 6 mnd. en wordt de norm voor gebruikelijke zorg van 60 naar 90 minuten per week verhoogd. Vanaf 2015 wordt de extramurale zorg overgeheveld naar het gemeentelijk domein.
Huishoudelijk hulp
inkomensafhankelijk beperken.
Huishoudelijke hulp wordt inkomensafhankelijk beperkt. De aanspraken op huishoudelijke hulp worden vervangen door een maatwerkvoorziening voor degenen die het echt nodig hebben en het niet uit eigen middelen kunnen betalen. Het beroep op de bestaande huishoudelijke hulp in de WMO wordt voor nieuwe cliënten in 2014 beëindigd. Voor bestaande cliënten gaat de maatregel een jaar later in (2015).
Huishoudelijke hulp wordt inkomensafhankelijk beperkt. De aanspraken op huishoudelijke hulp worden vervangen door een maatwerkvoorziening voor degenen die het echt nodig hebben en het niet uit eigen middelen kunnen betalen. Het beroep op de bestaande huishoudelijke hulp in de WMO wordt voor nieuwe cliënten in 2014 beëindigd. Voor bestaande cliënten gaat de maatregel een jaar later in (2015).
Verplicht hergebruik
scootmobiel/rolstoel etc. in de Wmo.
Hulpmiddelen zoals rolstoelen en scootmobiel worden verstrekt door gemeenten binnen de Wmo. Hiervoor geldt voortaan een plicht tot hergebruik. Er wordt taakstellend uitgegaan van een structurele opbrengst van 50 mln.
Hulpmiddelen zoals rolstoelen en scootmobiel worden verstrekt door gemeenten binnen de Wmo. Hiervoor geldt voortaan een plicht tot hergebruik. Er wordt taakstellend uitgegaan van een structurele opbrengst van 50 mln.
Uitleen hulpmiddelen alleen nog
via zorgverzekering en gemeente.
De uitleen van hulpmiddelen verdwijnt per 1 januari 2013 uit de AWBZ. Hulpmiddelen zijn dan alleen nog ondergebracht in de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Bovendien vallen per 1 januari 2013 de eenvoudige loophulpmiddelen (zoals rollator, looprek, kruk en wandelstok) niet meer onder aanspraak van de Zvw, de AWBZ en de Wmo
De uitleen van hulpmiddelen verdwijnt per 1 januari 2013 uit de AWBZ. Hulpmiddelen zijn dan alleen nog ondergebracht in de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Bovendien vallen per 1 januari 2013 de eenvoudige loophulpmiddelen (zoals rollator, looprek, kruk en wandelstok) niet meer onder aanspraak van de Zvw, de AWBZ en de Wmo
Veranderingen
Persoonsgebonden budget (PGB).
De toegang tot het persoonsgebonden budget uit de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) is in 2012 beperkt. In 2013 komt €
150 miljoen extra beschikbaar, waarmee weer meer mensen in aanmerking komen
voor een PGB. Verder neemt het kabinet maatregelen om fraude met het PGB te
bestrijden.
Persoonsgebonden budget in 2013.
De toegang tot het persoonsgebonden budget is in 2012 beperkt om het in de toekomst betaalbaar te houden. Het kabinet trekt in 2013 weer € 150 miljoen extra uit voor het PGB. Met dit extra geld worden de PGB-maatregelen uit 2012 verzacht.
De toegang tot het persoonsgebonden budget is in 2012 beperkt om het in de toekomst betaalbaar te houden. Het kabinet trekt in 2013 weer € 150 miljoen extra uit voor het PGB. Met dit extra geld worden de PGB-maatregelen uit 2012 verzacht.
Voorwaarden
PGB in 2013.
De nieuwe Vergoedingsregeling persoonlijke zorg (VPZ) wordt in 2013 samengevoegd met het PGB, zodat er weer 1 regeling komt voor het PGB.
De nieuwe Vergoedingsregeling persoonlijke zorg (VPZ) wordt in 2013 samengevoegd met het PGB, zodat er weer 1 regeling komt voor het PGB.
Cliënten kunnen in 2013 een PGB
krijgen als zij vinden dat er geen passende zorg in natura beschikbaar is. In het budgetplan dat bij een PGB-aanvraag
aan het zorgkantoor moet worden meegestuurd, moeten zij aangeven welke
zorgaanbieders zij hebben benaderd en waarom deze geen passende zorg kunnen
bieden. Ook moeten cliënten in het bezit zijn van de juiste indicatie van het
Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) of het Bureau Jeugdzorg (BJZ).
PGB bij indicatie voor verblijf,
persoonlijke verzorging, verpleging.
In 2013 kan iedereen met een indicatie voor verblijf, persoonlijke verzorging en/of verpleging (al dan niet in combinatie met begeleiding) in aanmerking komen voor een PGB.
In 2013 kan iedereen met een indicatie voor verblijf, persoonlijke verzorging en/of verpleging (al dan niet in combinatie met begeleiding) in aanmerking komen voor een PGB.
PGB bij ten minste 10 uur
begeleiding per week.
Cliënten die alleen de indicatie ‘begeleiding’ (eventueel in combinatie met kortdurend verblijf) hebben, krijgen alleen een PGB als deze indicatie geldig is voor minimaal 10 uur per week. Begeleiding voor een dagdeel geldt als 1 uur. Gezinnen mogen de uren begeleiding bij elkaar optellen.
Cliënten die alleen de indicatie ‘begeleiding’ (eventueel in combinatie met kortdurend verblijf) hebben, krijgen alleen een PGB als deze indicatie geldig is voor minimaal 10 uur per week. Begeleiding voor een dagdeel geldt als 1 uur. Gezinnen mogen de uren begeleiding bij elkaar optellen.
Cliënten die in 2012 al een PGB hebben, hoeven in 2013
niet te voldoen aan deze urengrens. Vanaf 2014 geldt de 10-urengrens voor alle
cliënten met alleen de indicatie begeleiding, dus ook voor bestaande PGB-houders.
Indicatie minstens 1 jaar geldig.
Om in aanmerking te komen voor een PGB moet de indicatie bovendien minstens 1 jaar geldig zijn. Of het CIZ of BJZ moeten bij indicaties korter dan 1 jaar hebben vastgesteld dat de cliënt ook na dit jaar nog steeds AWBZ-zorg nodig heeft. Ook voor deze cliënten blijft een PGB mogelijk.
Om in aanmerking te komen voor een PGB moet de indicatie bovendien minstens 1 jaar geldig zijn. Of het CIZ of BJZ moeten bij indicaties korter dan 1 jaar hebben vastgesteld dat de cliënt ook na dit jaar nog steeds AWBZ-zorg nodig heeft. Ook voor deze cliënten blijft een PGB mogelijk.
Voor cliënten die palliatieve zorg nodig hebben, geldt
deze voorwaarde niet.
Tarieven PGB in 2013.
De PGB-tarieven blijven in 2013 even hoog als in 2012. Ze worden dus niet gecorrigeerd voor inflatie.
Verder verandert er het volgende voor budgethouders met een indicatie voor verblijf (‘ZZP-indicatie’):
De PGB-tarieven blijven in 2013 even hoog als in 2012. Ze worden dus niet gecorrigeerd voor inflatie.
Verder verandert er het volgende voor budgethouders met een indicatie voor verblijf (‘ZZP-indicatie’):
-
Voor cliënten met een indicatie voor verblijf op basis
van een verstandelijke, lichamelijke, zintuiglijke of psychiatrische beperking
zijn in 2012 de tarieven met 5% verhoogd. Deze verhoging wordt teruggedraaid.
-
Voor alle cliënten met een indicatie voor verblijf
worden de tarieven gelijkgetrokken met die voor vergelijkbare zorg in natura.
Dit betekent dat de tarieven voor bestaande PGB-houders over een periode van 3
jaar worden verlaagd. De verlaging is in 2013 maximaal 5% ten opzichte van
2012.
-
De volgende PGB-houders met een indicatie voor
verblijf zijn uitgezonderd van deze verlaging:
o cliënten
die in een PGB-gefinancierd wooninitiatief wonen;
o
cliënten die een budgetgarantie hebben gekregen op het
moment dat ze voor het eerst een PGB ontvingen op basis van een ZZP-indicatie.
PGB-houders met een indicatie voor verblijf kunnen te
maken krijgen met beide veranderingen. Zij gaan er in 2013 maximaal 5% op
achteruit ten opzichte van 2012.
PGB in het buitenland.
Vanaf 1 januari 2013 wordt het PGB beëindigd zodra een cliënt 13 weken buiten Nederland verblijft. Dit geldt niet voor cliënten die palliatieve zorg ontvangen. Daarmee krijgen zij de gelegenheid in het land van herkomst afscheid te nemen van hun naasten.
Veranderingen Zorgverzekeringswet.
Wijzigingen in het basispakket
2013
- De rollator verdwijnt uit het basispakket
- Voor gehoorapparaten komt een eigen bijdrage
van 25 procent
- De eigen bijdrage voor de GGZ zou
gedeeltelijk worden teruggedraaid, maar uit de plannen van de PVDA en de
VVD blijkt dat de hele eigen bijdragen zal worden geschrapt.
- Er zou een eigen bijdrage van 7,50 euro per
dag in rekening worden gebracht bij een overnachting in het ziekenhuis,
ook deze maatregel is van de baan.
- Eigen risico: In 2013 gaat het eigen risico met 130 euro omhoog naar 350 euro. Dit betekent dat u de eerste 350 euro aan zorg zelf moet betalen.
- Tandarts: Het experiment met de vrije
tandartstarieven stopt per 1 januari 2013.
Overheveling langdurige GGZ naar de Zvw.
De huidige intramurale GGZ in de AWBZ wordt per 2015 overgeheveld naar de Zvw, waarbij over het onderdeel maatschappelijke opvang (Zvw of gemeenten) nog een nader besluit wordt genomen. In 2017 worden zorgverzekeraars hiervoor volledig risicodragend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten